"Dat begrijp ik, het is je taak. Dus ik hoop dat je begrijpt dat ik ook een taak heb." ze waren aangekomen bij haar armoedige huisje. Waarschijnlijk zag het er in de ogen van de prins niet uit. Maar het was haar thuis en ze zou het ook niet anders willen. "Als je wil mag je binnenkomen." ze moest hem laten zien dat ze niks te verbergen had. Zodat hij niet ging zoeken. "Ik kan wat thee voor je zetten. Ze zeggen dat mijn thee de beste is."